Binnendijks en buitendijks

Binnendijks en buitendijks

De aardrijkskunde boekjes hebben we geleerd dat het binnendijkse gebied het stuk is tussen de dijken waar de rivier loopt. De Waal dus met de uiterwaarden aan de Maas en Waalse en de Betuwse kant.
In het spraakgebruik is het precies omgekeerd. Daar worden met binnendijks land de polders en de dorpen bedoeld. Zelfs in kranten, tijdschriften en stukken van gemeente en provincie wordt tegenwoordig deze betekenis van binnendijks land gebruikt. Waar in dit boek over binnendijks of buitendijks gesproken wordt is met binnendijks de polder en de dorpen bedoeld en met buitendijks de uiterwaarden. De meeste bewoners redeneren immers als volgt: “De polder ligt binnen de dijken…”
Alle kinderen en jongeren die nog naar school gaan moeten dus even oppassen hoe het in hun aardrijkskundeboek precies omschreven staat, want anders zouden ze een proefwerkvraag hierover wel eens fout kunnen beantwoorden. De schrijvers van het boek hebben vroeger op school diezelfde ervaring opgedaan…

Rechts liggen de rivieren en de uiterwaarden, links het dorp op de oeverwallen en verder naar links de polder.

Rechts liggen de rivieren en de uiterwaarden, links het dorp op de oeverwallen en verder naar links de polder.